Op 18 mei 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep (de rechters in hoger beroep) in drie uitspraken veel duidelijkheid gegeven over wat de gemeentes mogen en vooral wat zij moeten op het gebied van huishoudelijke hulp (Wmo2015)
De Centrale Raad van Beroep heeft onder andere het volgende beslist:
- Huishoudelijke verzorging valt onder de nieuwe wet: Wmo 2015. De wetgever heeft niet willen breken met de Wmo (van 2007).
- Onder het voeren van een gestructureerd huishouden (artikel 1.1.1 van de Wmo 2015) valt ook de zorg voor het schoon en op orde houden van het huishouden en ook de zorg voor schoon beddegoed en schone kleding.
- De gemeente moet (o.a. op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel) het beleid over de vergoeding van de huishoudelijke hulp baseren op objectief en deugdelijk onderzoek naar de tijd die nodig is om een schoon en leefbaar huis te krijgen en te houden.
- Het beleid van de gemeente moet daarbij antwoord geven op de vragen “welk niveau van schoon voor een huishouden verantwoord is, welke concrete activiteiten daarvoor verricht moeten worden, hoeveel tijd daarvoor nodig is en met welke frequentie deze activiteiten daarvoor verricht moeten worden, hoeveel tijd daarvoor nodig is en met welke frequentie deze activiteiten verricht moeten worden om te kunnen spreken van een schone en leefbare woning.”
- De gemeente kan niet alleen verwijzen naar budgettaire (financiële) argumenten.
De relevante passages staan met name in onderdeel 5.7.2. van uitspraak nummer 1402 (ECLI:NL:CRVB:2016:1402) en onderdeel 5.8.2 van uitspraak nummer 1403 (ECLI:NL:CRVB:2016:1403). De derde uitspraak vind u hier: ECLI:NL:CRVB:2016:1404
Heeft u problemen met uw gemeente over de Wmo? Neem dan contact op voor een gratis adviesgesprek of meer informatie.
Deel dit via:
